Gjivai Zechiël doet dit seizoen ervaring op bij Sparta. Afgelopen winter maakte hij op huurbasis de overstap naar de stadgenoot, en sinds zijn debuut stond hij elke wedstrijd in de basis. In een interview met RTV Rijnmond vertelt hij over zijn ontwikkeling.
Hij begon met een terugblik op zijn eerste periode bij Feyenoord 1, die hij omschrijft als ‘zwaar, maar uiteindelijk leerzaam.’ “Dat laatste is het belangrijkst, dat ik overal mijn les uit kan halen. Maar die tijd was inderdaad wel zwaar. Als je als jonge jongen niet speelt, is dat niet leuk. Ik zag hoe iedereen doorontwikkelde en dacht dat ikzelf stilstond. Terwijl ik me eigenlijk wel ontwikkelde, maar dan op een heel andere manier. Dat heb ik wel geleerd.”
De middenvelder meldde zich uiteindelijk zelf bij Dennis te Kloese. “Ik ben naar hem toegestapt en op een respectvolle manier gevraagd: wat is de bedoeling? Hoe ga ik me verder ontwikkelen? Is dat door bij Feyenoord op de bank te zitten en soms 20 minuten in te vallen? Of is dat door ergens anders iedere week 90 minuten te spelen. Ik koos zelf voor dat tweede, waar hij uiteindelijk ook mee akkoord was.”
Het was voor de jongeling de juiste keuze. “Ik merk het fysiek en mentaal. Mijn lichaam wordt sterker, ik word fitter; ik merk dat ik ook in de 70e en 80e minuut nog een sprint kan trekken en nog goed aan de bal ben.” Tegelijkertijd leert hij om ‘volwassener’ en ‘betrouwbaarder’ te worden in zijn spel. “Maar ook wat het is om elke week te spelen. Toen ik kwam, speelde ik nog 30 minuten tegen Feyenoord. Maar daarna ben ik vaste basisspeler geworden.”
“Je moet veel bezig zijn met je lichaam, omdat je weet: je moet weer presteren in het weekend. Dat is anders dan bij Feyenoord. Natuurlijk moet je altijd ready zijn, maar je weet niet of je gaat invallen. Natuurlijk probeer ik er wel bewust mee bezig te zijn, ook bij Feyenoord toen ik niet veel speelde wilde ik wel goed eten, drinken en slapen, want ik wist dat die kans zou komen. Ik moest ready zijn, en daarvoor is een goede lifestyle nodig.”