Ayase Ueda speelt bijna twee jaar bij Feyenoord, maar toont pas recent zijn ware kwaliteiten. In zijn eerste grote interview vertelt de 26-jarige aanvaller over zijn moeilijke start, zijn bewondering voor Robin van Persie en zijn droom om in de Champions League te spelen. Als kind was hij gefascineerd door het Europese topvoetbal.
“Als jonge jongen was ik echt een grote fan van Robin van Persie,” zegt hij in gesprek met Voetbal International. “Toen ik net bij Feyenoord zat, vond ik het al heel wat dat ik hem hier zag rondlopen als trainer van de jeugd, dus nu is het helemaal bijzonder dat hij mijn coach is geworden. Alles wat hij zegt, neem ik in me op, raakt me in mijn hart. Het is heel belangrijk voor me. Van Persie geniet van iedereen het volle respect en van mij al helemaal.”
“Hij is nu vooral bezig met ons als team. Af en toe vertelt hij me wel hoe ik het beste kan bewegen, waardevolle tips. Ik ben ervan overtuigd dat het meer wordt naarmate we langer samenwerken. Die samenwerking is iets waarop ik me echt verheug.”
Ueda zelf kende een moeilijke start. “Ik ben geen type dat dan bij de trainer naar binnen stapt om te vragen waarom ik niet speel. Ik hou alles bij mezelf. Als ik niet speel, ligt het aan míj, niet aan de trainer. Arne Slot koos met een reden voor Santiago. Wat hij kon brengen, kon ik dus nog niet. Dát is wat ik heb geleerd, niet eens per se van de trainer, maar ik zag wel wat nodig was om als spits van Feyenoord te kunnen slagen. Ik heb er hard aan gewerkt om dat nu wel te kunnen.”
Over het maken van doelpunten is de Japanner duidelijk: “Scoren is het mooiste dat er is. Dat gevoel dat ik kreeg toen ik als zesjarige mijn eerste goal maakte, wat er dan vanbinnen gebeurt in je lichaam, het enthousiasme… Ik voel dat nu zo veel jaar later nog steeds bij ieder doelpunt dat ik maak.” Toch is hij in zijn vieringen ingetogen. “Van de buitenkant lijk ik misschien niet blij, maar dat is vooral de opluchting van het scoren. Die blijdschap is er echt, ik heb alleen niet de behoefte er een performance van te maken.”
Een exact doel in aantallen stelt hij zichzelf niet. “Dat klinkt misschien gek, maar ik ben niet iemand die zichzelf druk oplegt van het aantal treffers dat ik wil maken. Wat ik wel wil, is me blijven ontwikkelen tot een betere speler bij een club waar ik me thuis voel en dat ís Feyenoord. Als ik dan ook nog fit blijf, komen de goals vanzelf.”
Het doel voor dit seizoen is duidelijk: kwalificatie voor de Champions League. “Het liefst direct, al wordt dat niet makkelijk. En anders via de derde plaats. Debuteren in de Champions League voor Feyenoord, uit tegen Atlético Madrid, is voor mij nog steeds echt een hoogtepunt in mijn carrière, de droom die uitkwam. Ik scoorde, al telden ze die goal als een eigen doelpunt, maar zelfs dat nam niets weg van de glans van dat moment. Toen ik voor de wedstrijd die Champions League-hymne hoorde, was ik ontroerd. Het voelde als een droom, niet als realiteit. Hiervoor was ik naar Europa gekomen.”