Feyenoord neemt het morgen in de Champions League op tegen Sparta Praag en bij FC Rijnmond blikken de heren vooruit op het duel tegen de oude ploeg van Brian Priske.
Dennis Kranenburg trapt af. “Het is niet alleen de oude ploeg van Brian Priske, maar zijn voormalig assistent Lars Friis is ook de hoofdtrainer. Priske weet hoe hij denkt en wil spelen. Ik mag hopen dat Feyenoord dan ook weet hoe het moet anticiperen.”
“Daarbij zit Sparta Praag in een slechte fase. Ze hebben nu twee keer gewonnen, maar dat was voor het eerst in lange tijd. Daarvoor hebben ze veel wedstrijden achter elkaar gelijkgespeeld en verloren. Ze staan 16 punten achter op de koploper. En in de Champions League geldt eigenlijk hetzelfde: in de laatste drie duels kregen ze 13 doelpunten tegen. Het wordt tijd voor een thuisoverwinning en dat moet in deze wedstrijd gebeuren.”
Geert den Ouden gaat verder. “Ik denk dat Priskes oude assistent vooral naar de beelden heeft gekeken van tegen Ajax en Salzburg. Daar moet Feyenoord zich op voorbereiden. Voetballend, technisch en tactisch moeten ze wel de baas zijn. Maar je ziet dat als een ploeg een bepaalde tactiek hanteert, ze Feyenoord gewoon kunnen verslaan. Ik verwacht dat we woensdag weer zo’n wedstrijd krijgen. En ik ben benieuwd of de trainer van Feyenoord een oplossing heeft gevonden.”
Wat volgens Den Ouden zelf de oplossing zou zijn? “Zo’n ploeg graaft zich niet alleen in, maar zet soms ook druk. Op die momenten wil Feyenoord niet kiezen voor een lange bal op de spits om van daaruit verder te voetballen. Dan kom je in een heel andere situatie op de aanvallende helft te staan. Op het moment dat je zo’n ploeg tegenover je hebt, moet je daarvoor kiezen. Het publiek boeit het niet hoe Feyenoord speelt, als ze die thuiswedstrijd maar winnen. Het is al doodzonde dat ze tegen een ploeg als Salzburg geen punten hebben gehaald.”
“Daar ben ik het niet helemaal mee eens”, haakt oud-Feyenoorder Diego Biseswar in. “Voor mij is het meer diepgang van de middenvelders. Vorig jaar had je Timber die vaak tussen de spits en de linksbuiten de diepte zocht. Dat mis ik nu wel. Hij moet nu meer achter blijven, is meer een verbindende speler. Maar ik mis diepgang tussen de linies. Een spits die in de bal komt en iemand die eroverheen gaat, of andersom. Dat verrassingselement mis ik.”