Julián Carranza scoorde zaterdag zijn derde goal voor Feyenoord. In gesprek met Voetbal International gaat de Argentijnse spits in op zijn ambities en zijn ontwikkeling bij Feyenoord.
Bij de start van het seizoen was Carranza de derde spits, achter Santiago Gimenez en Ayase Ueda. “Iedereen verwachtte dat Santi afgelopen zomer zou vertrekken en dat ik het moest uitvechten met Ayase. Maar hij bleef, waardoor we opeens drie spitsen hadden. Voor iemand die altijd speelde, is dat wennen. Geduld is niet mijn sterkste kant. Ik weet nog dat ik op de bank zat tegen PEC Zwolle. We stonden met 5-0 voor en ik zag de ruimte die er lag op het veld. Een mooi moment voor mijn debuut, dacht ik. Maar ik bleef op de bank. Dat was even slikken.”
“Ik heb nu 3 keer gescoord in 8 wedstrijden”, gaat de spits verder. “Dat is aardig, maar ik wil meer. Het team wil meer. Er komt nu een fase aan waarin we in de Eredivisie geen punten mogen laten liggen. Het gat met PSV is groot, maar nog steeds te overzien. Daarbij spelen we prachtige duels in de Champions League, zoals deze week tegen Manchester City. Daarvoor ben ik naar Europa gekomen.”
Ook tegenover Brian Priske stak hij zijn ambities niet onder stoelen of banken. “Het klopt dat ik vrij snel op de trainer ben afgestapt met de vraag wanneer ik een kans zou krijgen. Ik had drie wedstrijden op de bank gezeten. Aanpassen, je draai vinden… Niks voor mij. Het gesprek met de trainer was goed; hij stelde me gerust. En vervolgens moet je wachten en is de een zijn dood jouw brood. Natuurlijk vond ik het niet leuk dat Santi en Ayase geblesseerd zijn, maar zo kwam ik wel aan spelen toe. Nu is het aan mij om te zorgen dat ik blijf spelen.”