De financiële situatie van Feyenoord is minder positief dan de club zelf heeft geschetst. Recent werd al bekend dat de Stadionclub een lening van tien miljoen euro heeft afgesloten. Voetbal International meldt daarnaast dat Feyenoord ook een krediet bij ABN Amro heeft ter waarde van 6,5 miljoen euro.
Feyenoord omschrijft de lening van tien miljoen euro als financiering voor de selectie. Over deze lening betalen de Rotterdammers een rente van zeven procent, wat neerkomt op 700.000 euro. De lening moet binnen een periode van twee jaar worden terugbetaald met opbrengsten uit spelersverkoop. Een kwart van de winst van de transfers van Mats Wieffer en Lutsharel Geertruida is ingezet voor de aflossing van deze lening.
De supporters vragen zich af waarom Feyenoord afgelopen zomer niet meer heeft kunnen investeren. Dit heeft onder andere te maken met eerdere investeringen die zijn gedaan met geleend geld. ”Een winstwaarschuwing is toch ook op zijn plaats”, schrijft VI. ”De druk is groot om te blijven scoren met spelersverkopen en Champions League-voetbal. Zolang het balletje steeds goed blijft vallen, is er niet veel aan de hand. Maar zodra het balletje een keer de verkeerde kant op valt, belandt Feyenoord op deze manier direct in een negatieve financiële spiraal.”
Feyenoord richt zich vol op het genereren van inkomsten uit de Champions League en spelersverkopen. Mochten de Rotterdammers deze doelstellingen niet realiseren, dan is de financiële uitdaging groot. ”Casino Coolsingel? Daar lijkt het wel enigszins op, gezien de beperkte buffer, de hoge transferverplichtingen, het zwaar negatieve werkkapitaal en een lege bankrekening nadat in een Champions League-seizoen tien miljoen is geleend,” is de pijnlijke conclusie.
