Bij Feyenoord gaat het op dit moment allesbehalve makkelijk, zo ook afgelopen zaterdag tegen NEC. Mikos Gouka bespreekt in de AD Voetbalpodcast het spel van de Rotterdammers.
“Tegen Leverkusen stonden er negen spelers op het veld die ook tot de selectie van Slot behoorden, maar daar waren Geertruida, Wieffer en Minteh niet bij. Dat hebben ze natuurlijk niet adequaat opgevangen. Van de twee aankopen deed Hwang het toen goed, maar tegen NEC was hij alweer een stuk minder. En Lotomba maakte dan de gelijkmaker, maar is ook nog geen schot in de roos.”
Toch zag de clubwatcher de ploeg wel aardig beginnen in Nijmegen. “Qua balbezit, hoe ze de tegenstander onder druk zetten en op de helft van de tegenstander konden spelen, vond ik het eerste halfuur eigenlijk het beste wat ik dit seizoen van Feyenoord gezien heb. Maar na dat halfuur hadden ze twee kansjes gehad. Dat is te weinig. Daarna begint het grote wisselen. Dan is er nog de stress van de achterstand en zie je dingen die je niet verwacht van een topclub.”
De lakse houding van invaller Anis Hadj-Moussa viel Gouka op. “Hij is eigenlijk de enige speler die makkelijk een man of twee uitspeelt. Hij had een paar heel goede acties. Maar in de slotfase zag je ook dat hij dacht: de linksback gaat mee naar voren, hij zoekt het maar uit, ik loop niet mee. Dat kan niet op dit niveau. En dan is er Quinten Timber die alles op zijn schouders neemt. Dat begrijp ik wel, het is met goede bedoelingen, maar het gaat gewoon niet. Je moet ook voor je eigen prestatie waken.”
“Dan krijg je na afloop dat ze voor zo’n uitvak staan; het deed allemaal aan het oude Feyenoord denken”, ging Gouka verder. “Ze eisten ‘bloed, zweet en tranen’, maar daar zit het natuurlijk niet in. Ik noemde wel Hadj-Moussa die niet omschakelt, maar ik zie verder wel een Feyenoord dat hard probeert te werken. Het zit gewoon in het voetballende gedeelte. Daar zal Feyenoord het verschil moeten maken en dat lukt nog te weinig.”