De Premier League-clubs laten ook deze window hun dominantie zien op de transfermarkt. Voor Nederlandse clubs wordt het steeds moeilijker om te concurreren met het enorme kapitaal dat in Engeland beschikbaar is. Journalist Sjoerd Mossou merkt op dat de topteams uit de Eredivisie hier steeds vaker mee te maken krijgen.
“Het is al jaren aan de gang, het is geen nieuwe ontwikkeling natuurlijk”, begint Mossou tegenover het Algemeen Dagblad. “Dat gat wordt zo groot. De afhankelijkheid van Nederlandse clubs in die hele voedselketen wordt groter. Het is af en toe pijnlijk om te zien.”
Voor Mossou is het een pijnlijke constatering dat Feyenoord het huren van Osman als buitenkansje ziet. “We zijn inmiddels in een situatie beland waarin speler nummer 25 van Brighton nog wel even naar Feyenoord mag. De nummer twee van Nederland, die nota bene Champions League-voetbal speelt. Dat zegt heel veel over waar we staan.”
“Het blijkt ook heel erg moeilijk te zijn geworden om in een bepaalde categorie spelers te winkelen. Simpelweg omdat die eigenlijk allemaal worden weggekaapt door de Premier League-clubs.”
Bovendien heeft de City Football Group een holding waarin ze belangen hebben in maar liefst twaalf clubs. Afgelopen winter toonde Feyenoord interesse in Luciano Rodríguez, maar slaagde er niet in om tot een overeenkomst te komen. City Football Group heeft wel miljoenen geïnvesteerd en heeft de veelbelovende aanvaller uitgeleend aan EC Bahia. Dit wordt door Mossou als een zorgwekkende situatie beschouwd. “Die verwoesten eigenlijk de markt voor individuele clubs in Nederland.”
Mossou gaat verder. ”Er worden mega-selecties aangelegd. Chelsea is het meest extreme voorbeeld. Spelers die voor de Nederlandse top meer dan interessant zouden zijn, worden nu onbetaalbaar of zijn simpelweg niet meer te halen. Dat maakt het frustrerend. Bovendien maakt het hen helemaal niet meer uit welke spelers ze binnenhalen. Als Nederlandse club sta je daar machteloos tegenover.”