John de Wolf voelt zich helemaal thuis bij Feyenoord. Ook nu de club onder leiding staat van een nieuwe technische staf, geniet hij van zijn tijd in De Kuip. Hij heeft bovendien niet de ambitie om ooit als hoofdtrainer aan de slag te gaan.
“Ik heb het geweldig naar mijn zin gehad als trainer in de amateurwereld, maar er gaat niets boven wat ik nu doe bij de club die zo in mijn hart zit,” zegt De Wolf in het nieuwe Helden Magazine. “Ik heb de mooiste baan van Nederland. Ik zie het ook niet als een baan. Ik heb het mooiste tweede huis van iedereen, zo voelt het voor mij.”
Het Feyenoord-icoon voelt zichzelf dan ook een echte assistent. “Het is denk ik niet verkeerd voor een trainer om een assistent naast zich te hebben die in zijn achterhoofd geen andere ambities heeft. Ik ben ook iemand die liever een beetje vanuit de luwte opereert. Ik ben ook hoofdtrainer geweest bij amateurclubs, maar dat is anders dan hoofdtrainer zijn van een profclub, daar komt vandaag de dag zoveel meer bij kijken.”
“Ik ken mijn kwaliteiten. Ik bied jongens een luisterend oor,” vervolgt de assistent-trainer. “Ze mogen altijd bij me aankloppen. Ik sta een beetje tussen de hoofdtrainer en de spelersgroep in. Ik zeg ook altijd: ik ben geen politieagent. Ik ben ook wel een beetje een vertrouwenspersoon voor veel spelers. Ik filter wat ik hoor, ben geen postduif die alles doorbrieft.”
”Ik beweeg me makkelijk tussen die jongens en die accepteren dat ook van mij. Als ik iets zie op de training of in de wedstrijd, kan ik ook in het voorbijgaan even twee of drie dingetjes tegen iemand zeggen. Dat kan een technische of tactische aanwijzing zijn. Op menselijk vlak probeer ik er ook voor hen te zijn. Het is belangrijk voor spelers dat er iemand bij de club is bij wie ze met alles terechtkunnen.”