Het Nederlands elftal blikt met gemengde gevoelens terug op het afgelopen EK. Hoewel het bereiken van de halve finale op papier een mooi resultaat is, was het spel van Oranje niet erg overtuigend. Bij zijn aanstelling haalde Ronald Koeman nog Feyenoord aan als voorbeeld voor het voetbal dat hij wilde spelen. In de AD Voetbalpodcast werd hier door Mikos Gouka naar verwezen.
“Hij begon over de intensiteit die veel grote clubs nu hebben. Daarbij noemde hij Feyenoord als voorbeeld. Sipke Hulshoff werd uit De Kuip gehaald om die oefenstof ook bij Oranje toe te passen. En Geertruida werd bij Feyenoord gezien als de man die het in opbouwend opzicht voor elkaar had. Hij kreeg daarom ook een belangrijke rol bij Oranje.”
“Maar gaandeweg het proces zag je dat dat veranderde”, gaat Gouka verder. “De bondscoach dacht: ‘Ik moet toch verder in korte tijd, dus ik kies voor de mensen waarvan ik op aan kan. Dat opbouwen en afjagen laten we een beetje schieten.’ Ik denk dat Nederland het wel zou kunnen, maar dan moet je voor nieuwe spelers kiezen.”
Gouka ziet dat die spelers er wel degelijk zijn. “Voor het opbouwende gedeelte heb je de perfecte keeper”, zegt hij over Bart Verbruggen. “Jurriën Timber kan dat ook, Geertruida heeft dat heel erg. Wieffer kan het, al heb je ook Jerdy Schouten al. En Hartman als hij straks fit is. Maar als je de keuze maakt om dat voetbal te spelen, moet je die keuze wel nú maken. Een bondscoach kan ook denken: laat ik eerst maar m’n wedstrijden winnen in zo’n kwalificatiecyclus.”