Het EK deze zomer verloopt voor Quilindschy Hartman anders dan verwacht. De linksback had gehoopt op een basisplaats bij Oranje, maar zijn blessure heeft roet in het eten gegooid. Hierdoor moet hij thuis voor de tv de wedstrijden volgen en is zijn rentree bij Feyenoord nog ver weg. In de podcast Matchday vertelde hij meer over zijn revalidatieproces.
“Nu gaat het wel goed”, begint de linksback. “Maar tijdens het EK heb ik wel veel moeite. Ik denk dan: ik had echt iets kunnen toevoegen. Dat is lastig. Nee, ik heb geen contact met Koeman. Ik heb hem wel gesproken, maar nu is hij met Oranje bezig. Dat is ook logisch. Ik heb wel contact gehad met de medische mensen van de KNVB en Nigel de Jong (directeur topvoetbal bij de KNVB, red.) heeft me ook gebeld. Als ik daar wilde revalideren, kon dat altijd. Dat is lief van ze.”
Toch bekijkt hij het zoals altijd positief. “Aan de ene kant is het kut, want ik kan niet spelen. Maar aan de andere kant is het ook een avontuur met mezelf. Ik ben er de hele dag mee bezig. Ik heb nu bijvoorbeeld een chef. Hij maakt dingen voor me die ik zelf niet zou bedenken. Voeding, slaap, dat is heel belangrijk.”
“Ook omdat je dit niet nog een keer wil. Je gaat toch denken: heb ik misschien dingen anders gedaan? Te weinig of juist te veel gedaan? Het was een heel drukke periode. Het EK kwam eraan. Ik wist wel dat ik erbij zou zitten, maar het zit wel in je hoofd. En misschien zat er een transfer aan te komen. Daar ben je ook mee bezig. Ik denk vooral dat het een ongelukkig moment was, een samenloop van omstandigheden.”
“Toen ik in de kleedkamer kwam, met ook de arts erbij, wist ik: dit is gewoon klaar. Ik heb nog nooit zo hard gehuild als toen. Dat is echt kut. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor alle mensen die mee zouden gaan. We waren bijvoorbeeld bezig met tickets regelen voor familie. Die hadden er allemaal ook heel veel zin in, zo’n eerste EK.”
“Ik ben zo geblessed met waar ik nu ben”, aldus de positieve linksback. “Dan voel ik me bijna schuldig als ik me echt slecht zou voelen. Als ik terugkom, wachten er 50.000 mensen op mij. Dat probeer ik in mijn hoofd te houden.”