In ‘De Klank Van’, de nieuwe podcast van Feyenoord, is John de Wolf de eerste gast. De assistent-trainer van Feyenoord gaat in op zijn rol binnen de club.
”Ik doe eigenlijk een beetje alles”, vertelt De Wolf. ”Ik ben eigenlijk nodig waar ik nodig ben. Assisteren bij spelhervattingen. Ik assisteer Sipke als we de verdedigers trainen. Vaak ook een-op-een wat aanwijzingen geven, maar ik vind het altijd heel belangrijk dat ik altijd in mijn eigen rol blijf. Rustig, dingen zien, een-op-een. Niet opeens gaan schreeuwen en roepen. Ook een vertrouwenspersoon zijn, kijken wat er in de groep leeft. Kijken wat er in het veld gebeurt, dat soort dingen. Daar voel ik me eigenlijk het beste bij.”
”Als spelers wat tegen mij zeggen en ik vind dat het niet bij de hoofdtrainer moet komen, dan komt dat niet bij de hoofdtrainer. Alleen, je kan wel eens denken dat je in het belang van het team moet handelen en ik vind dat het dan wel bekend moet worden. Dan ga ik met die desbetreffende persoon in gesprek, maar dat is nog niet voorgevallen. Het is wel een keer voorgevallen dat ik bepaalde dingen heb stilgehouden. Spelers moeten weten wat ze aan je hebben. Als spelers mij niet meer zouden vertrouwen, zou ik dat verschrikkelijk vinden, omdat ik hen dan echt teleurstel.”
Met een aantal jongens heeft hij een bijzondere band. ”Met Senesi heb ik altijd een hele goede band gehad. Wij praten heel veel over het verdedigen. Ik vond dat hij meer met het mes tussen zijn tanden moest spelen. Daar was ik altijd wel vaak mee bezig. Senesi en Sinisterra hebben toen bij mij thuis gegeten, dan heb je toch een andere band met elkaar. Vorig jaar ben ik naar Londen geweest en is hij met de metro en trein naar Londen gekomen en hebben we een dag geshopt en gegeten samen met mijn vrouw. Dat vind ik wel speciaal.”