Marino Pusic maakte halverwege het seizoen de overstap naar Shakhtar Donetsk en werd kampioen én won de beker. In gesprek met De Telegraaf gaat de oefenmeester in op de eerste maanden in Oekraïne.
“Dit had ik niet kunnen voorzien toen ik in oktober aan deze klus begon”, vertelt Pusic. “Op dat moment was Dinamo Kiev de koploper, maar mijn eerste wedstrijd in de competitie was de topper tegen Kiev en die hebben we gewonnen waardoor we de koppositie hebben overgenomen. Veel sneller dan ik had verwacht heb ik de manier van spelen erin gekregen en is mijn aanpak aangeslagen.”
Door de oorlog kon het kampioenschap niet uitbundig worden gevierd. “Hier kun je geen rondrit hebben of een huldiging op een groot plein, want in verband met de oorlog is het te gevaarlijk om in grote groepen samen te komen. Dat is verboden. Bij de wedstrijden zijn ook maar maximaal 2000 supporters aanwezig”, aldus Pusic.
“Dit is een seizoen dat heel veel van me heeft gevraagd”, gaat hij verder. “Je wordt de hele tijd met de oorlog geconfronteerd. In periodes dat de raketaanvallen en bombardementen heviger zijn, moet ik ook de spelers mentaal bijstaan en zorgen dat ze de focus op het voetbal houden. De oorlog is hier voortdurend aanwezig. Elke wedstrijd begint met een minuut stilte en de aftrap wordt gedaan door een oorlogsveteraan of een oorlogsinvalide.”
Liefste Pusic, dan hoeven de spelers ook niet meer te wennen. En anders Pascal Jansen om in dezelfde trend als Slot door te gaan
Daarom moet Pusic gewoon terug komen naar Nederland naar Feyenoord waar het veilig werken is en de stadions vol zijn.