David Hancko behoort inmiddels tot een van de sterkhouders van Feyenoord. In gesprek met Voetbal International gaat de verdediger in op zijn ontwikkeling.
“Vroeger gold ik nooit als het grootste talent. Toen ik naar Zilina ging, moest ik hard werken om er te mogen blijven. Ik was niet sterk, niet topfit, een groot verschil als je kijkt naar hoe jonge jongens er tegenwoordig uitzien. Bij mij was het misschien iets genetisch; pas op mijn 22ste begonnen de spieren te komen”, aldus de Slowaak tegenover Voetbal International.
Ook fysiek heeft hij stappen gezet. “Ik ben altijd klaar om te spelen, dat is mijn kracht. Bij Sparta Praag miste ik nooit een wedstrijd, en bij Feyenoord heb ik ook alles gespeeld. Om dat te kunnen, moet je fit zijn in je lijf en in je hoofd. Mij helpt het als ik dingen opschrijf, doelstellingen, punten van aandacht, routines. Zo visualiseer ik het en ben ik het kwijt. Dan zit het in mijn hoofd en weet ik wat te doen.”