Dennis te Kloese kijkt met een glimlach terug op 2023, wat voor Feyenoord een erg succesvol jaar was. Op de nieuwjaarsreceptie gaat hij ook in op de ambities voor 2024.
“Ik kreeg er wel weer een beetje kippenvel van”, begint Te Kloese. Van de beelden van 2023 kreeg hij een glimlach op zijn gezicht. “Als je het dan later weer terugziet is het wel heel bijzonder. We hebben een heel bijzonder jaar meegemaakt en daar is door heel veel mensen heel hard aangewerkt. Ik denk dat we trots mogen zijn op een fantastisch jaar. De lat wordt natuurlijk hoog gelegd, en terecht. Hopelijk wordt dit weer een bijzonder jaar met mooie momenten.”
Toch heerst er over het huidige seizoen teleurstelling bij de directeur. “Ik houd er niet zoveel van om naar andere ploegen te kijken, maar ik denk dat we wel heel veel respect moeten hebben voor wat PSV op dit moment laat zien, dat is heel bijzonder. Maar wij moeten naar onszelf kijken en ik denk dat we, met het spelersmateriaal en het voetbal dat we laten zien, onszelf te kort doen. Daar is iedereen zich van bewust en daar wordt ook ongelofelijk hard aan gewerkt. Ik wil wel de positieve dingen de boventoon laten voeren, want we mogen heel trots zijn en we blijven een heel jong elftal hebben. We hebben een ongelofelijk resultaat behaald met het kampioenschap en ik hoop dat daarmee de basis wordt gelegd naar stabiele resultaten.”
“Ik denk dat de lat heel hoog gelegd mag worden”, vervolgt de directeur. “We moeten er zelf verantwoordelijk voor blijven en goed analyseren wat we goed doen en wat we niet goed doen. Aan de andere kant denk ik dat we heel veel dingen heel goed doen, maar is het ook duidelijk dat we veel andere dingen beter moeten doen. Het is een fantastische groep aan spelers en een fantastische trainer. Maar buiten dat hebben we natuurlijk een fantastisch project, als je ziet welke stappen de vrouwen hebben gemaakt, de jeugdopleiding en met de jonge spelers in het eerste elftal. Ik krijg wel eens lijstjes door met clubs die op de tribune zitten om naar onze spelers te kijken, dan vind ik dat wel indrukwekkend.”