Feyenoord liet afgelopen zondag punten liggen tegen NEC en kwam in de eigen Kuip niet verder dan een 2-2 gelijkspel. Oer-Feyenoorder Jan Boskamp geeft in gesprek met Vandaag Inside zijn visie op de wedstrijd.
”De eerste helft vond ik echt heel goed, de eerste 35 minuten”, begint Boskamp. ”Tot de 2-0, daarna werd er ineens omgeschakeld in de snelheid van aannemen en spelen. Het was aannemen en veel lopen met de bal, heel traag voetbal ineens. Dan krijg je twee ballen op je goal en die vallen allebei binnen. Ze konden niet weer omschakelen naar het hoge tempo, en daar schrok ik wel een beetje van. NEC kon er niet uitkomen, dus die bleven staan. Feyenoord kon ze de tweede helft niet uit verband spelen. Ze hebben geen kans gecreëerd, een keer alleen Jasper Cillessen pakte die bal heel goed.”
Vorig seizoen wist Feyenoord vaak in de slotfase de wedstrijd nog over de streep te trekken. ”Dat is het verschil met vorig jaar, ik ging altijd drie minuten voor tijd weg, om uit de drukte te zijn. Meestal als ik wegging scoorden ze vorig jaar, daarmee hebben we heel veel punten gepakt. Dat doen ze nu niet meer. Dan heb je nog een ander probleem dat we hebben: PSV”, doelt Boskamp op het aantal behaalde punten.
Ook Boskamp ziet dat Feyenoord moeite heeft met de standaarsituaties. ”Ik geloof dat we er nu wel tien tegen hebben gekregen op die manier, ik weet niet precies hoeveel, maar dat is echt niet normaal. Of je daarop kunt trainen? Kijk, toen ik trainer was, maakte je gewoon afspraken over wie wie pakte. Nu spelen veel ploegen in de zone. Normaal als jouw man scoort, kan je zeggen, “hey, dat is jouw man!” aldus Boskamp die duidelijk geen fan is van zoneverdedigen. ”Nu snap ik er helemaal niks van.”